Wanneer wij koolhydraten (suiker) eten wordt het opgenomen in ons bloed, waardoor onze bloedsuikerspiegel stijgt. Als reactie produceert ons lichaam insuline, waardoor het suiker weer wordt opgenomen en onze bloedsuikerspiegel daalt. Als onze bloedsuikerspiegel laag is krijg je trek en vooral zin in zoet: je lichaam vraagt weer om brandstof (suiker). Snelle pieken en dalen zorgen voor hongerbuien en leiden dan vaak tot ‘snaaimomenten’.
Wat is de glycemische index (GI)?
Zoals je nu weet stijgt uw bloedsuiker na het eten van koolhydraten, maar uw bloedsuiker stijgt niet altijd even snel of evenveel. Dit hangt af van de glycemische index van het product. Hoe langer het duurt om een product te verteren, hoe lager de GI. Een hoge GI zorgt voor snelle, hoge stijging in het bloed. Dit zijn zogenaamde ‘snelle suikers’. Producten met een lage GI geven een tragere, lagere stijging in het bloed. Dit zijn zogenaamde ‘trage suikers’.
Hierbij geldt het volgende:
Natuurlijk zullen vijf koffieleutjes je bloedsuikerspiegel veel meer doen stijgen dan één koffieleutje. Hier houdt de glycemische index geen rekening mee.
Nadelen van GI
Het systeem is zeker niet perfect. Er zijn een aantal nadelen, namelijk:
Je snapt dat dit zorgt voor zeer uiteenlopende resultaten voor alledaagse voedingsmiddelen zoals bananen of worteltjes.
Wat moet ik er mee?
De GI kan een nuttig middel zijn als je diabetes hebt en de bloedsuikerspiegel in de gaten moet houden. Ben je geen diabeet, dan kan het nog steeds nuttige informatie geven, maar het is zeker geen heilige graal.
Ons algemene advies luidt: eet meer groenten en fruit, kies voor volkoren producten en eet voldoende eiwitten. Weet ook dat dranken (denk ook aan smoothies) sneller opgenomen worden dan kauwbaar voedsel.