Het is herfstvakantie, maar nu in coronatijd helaas geen moment
om er eens lekker op uit te gaan. Een wandeling in het bos (op voldoende
afstand van anderen) is misschien nog de beste optie.
En daar kun je rond deze tijd voldoende tamme kastanjes vinden. Mooi om te zien
en ook nog lekker om te eten.
Eiwit en vet leveren ze nauwelijks, wel wat koolhydraten waardoor je ze niet
onbeperkt kunt eten. Daarnaast leveren ze nuttige vitaminen en mineralen zoals selenium,
foliumzuur, magnesium, kalium en vezels.
Je kunt tamme kastanjes rauw eten, koken, stoven en poffen. Tamme kastanjes hebben een nootachtige, romige smaak. Ze zijn lekker als smaakmaker door de groenten, bijvoorbeeld door spruitjes of rode kool. Je kunt er puree van maken en ze als aardappelvervanger gebruiken. En ze zijn te verwerken in een soep.
Er bestaat tegenwoordig zelfs kant en klaar kastanjemeel.
Wil je ze gewoon als bijgerecht of tussendoortje eten, dan is dit een leuk en simpel recept: Maak gepofte kastanjes door de oven voor te verwarmen op 220 graden C. Kruis de kastanjes in en pof ze 5 tot 10 minuten tot dat ze openspringen.